Faculteitsraad Geesteswetenschappen

Nieuws

Raadsvergadering 22 maart: onder andere over crisiscommunicatie, instemmingsrecht en internationalisering

Door Geertje Wilmsen

Nadat de vergadering van 8 februari was afgezegd wegens te weinig vergaderpunten, heeft er op vrijdag 22 maart heeft weer een faculteitsraadsvergadering plaatsgevonden. Deze keer waren er ruim voldoende stukken om te bespreken en goed te keuren. De discussie ging niet over één hoofdonderwerp, maar over verschillende thema’s. Een terugkerende vraag was: mag de faculteitsraad hierover meebeslissen?

Hectische week

De vergadering vond plaats in een hectische week. Op maandag was het schietincident in Kanaleneiland, waarna de universiteitspanden gesloten werden. Het bestuur erkende dat de communicatie naar medewerkers over de gesloten panden pas laat op gang kwam, pas nadat het al door de NOS gemeld was. Faculteitsdirecteur Rob Grift werkt aan verbetering van de crisiscommunicatie.

De donderdag na het schietincident raakte een medeweker in opspraak nadat hij zich op onacceptabele wijze had uitgelaten op sociale media. De faculteitsraad neemt met klem afstand van de uitspraken van de medewerker, die inmiddels op non-actief is gesteld.

Commissie Van Rijn: bekostiging universiteiten

Een bericht op ScienceGuide had de nodige opschudding en verwarring veroorzaakt onder het personeel. Als de gezamenlijke faculteiten Geesteswetenschappen zoveel zouden moeten gaan bezuinigen (het bericht spreekt over een bedrag tot €150 miljoen), zou dat een nog veel grotere klap betekenen dan de bezuinigingen waar we nu middenin zitten. Decaan Keimpe Algra zegt meteen dat het bericht onjuist en prematuur is. Uit ‘betrouwbare bronnen’ heeft hij gehoord dat de commissie Van Rijn dit niet van plan is te gaan adviseren. Het lijkt de decaan niet realistisch dat er €150 miljoen weggehaald zou gaan worden bij de geesteswetenschappen, dat zou betekenen dat er zo’n drie faculteiten van de omvang van de onze hun deuren zouden moeten sluiten. De commissie Van Rijn zelf wil niets communiceren, niets bevestigen of ontkrachten. We moeten afwachten tot de commissie echt met haar advies komt en ook dan betekent een advies nog niet meteen beleid.

Instemmingsrecht op de begroting

Sinds de Wet Studievoorschot Hoger Onderwijs in 2015 werd ingevoerd, heeft de faculteitsraad instemmingsrecht op hoofdlijnen van de begroting. Voor 2015 was dat alleen adviesrecht. De wet is ingevoerd om de medezeggenschap een sterkere positionering te geven op het financiële beleid. Dat gebeurde met het oog op de te verwachten studievoorschotgelden, die weer voortkomen uit de afschaffing van de basisbeurs (meer over het studievoorschot, ook wel bekend als de kwaliteitsafspraken, in het vorige raadsverslag. In deze vergadering staat er een stuk op de agenda waarin zowel het faculteitsbestuur als de raad reflecteren op hoe die nieuwe bevoegdheid de afgelopen jaren is ingevuld.

De afgelopen jaren is dat als volgt gebeurd: in juni wordt de door het faculteitsbestuur opgestelde conceptbegroting in de faculteitsraad besproken. De commissie Financiën & Huisvesting heeft de begroting dan al tot in detail besproken met de faculteitsdirecteur en het hoofd van Finance & Control. In de faculteitsraad van september (dan zijn de nieuwe raadsleden aangetreden) wordt vervolgens de definitieve begroting geagendeerd, ter instemming. Na instemming van de faculteitsraad bespreekt het faculteitsbestuur de begroting ten slotte met het College van Bestuur. Mochten daar bijstellingen uit volgen, dan wordt de raad ofwel geïnformeerd (bij kleine wijzigingen) ofwel opnieuw om instemming gevraagd (bij grote wijzigingen).

Het faculteitsbestuur is tevreden over hoe de raad tot nu toe om is gegaan met het instemmingsrecht. Ook de raadsleden zijn positief over hoe het tot nu toe is gegaan. De raad is tevreden over de ondersteuning die wordt geboden bij het doorgronden van de financiële stukken. Tegelijkertijd blijft de raad zoeken naar manieren om nog beter te worden in het op waarde schatten van de begroting. Daarbij probeert de raad meer zicht te krijgen op de keuzes die gemaakt zijn in de begroting.

Daarnaast vindt de raad dat ze te weinig inzicht heeft op het financiële beleid van de departementen – terwijl er grote verschillen bestaan in de financiële gezondheid van de departementen. De raad ziet alleen hoeveel geld er naar departementen gaat maar níet waar dat aan uitgegeven wordt. Dit past in een groter en langer spelend thema: waarover gaat de faculteitsraad en is er wel voldoende medezeggenschap op departementaal niveau? Faculteitsdirecteur Rob Grift denkt niet dat het zinvol is als de raad meer inzicht krijgt op departementaal niveau, want: ‘tachtig tot negentig procent van het geld dat naar departementen gaat, gaat op aan personele lasten.’

Bij andere stukken die op de agenda staan komt het discussiepunt over medezeggenschap op departementaal niveau weer terug. Zo staat er in de verantwoording van de bestuursagenda 2018-2019 dat het project ‘versterking medezeggenschap’ gereed is. De raad is het daar niet mee eens: de departementale medezeggenschap functioneert (nog) niet zoals gewenst en bovendien is het lastig om nieuwe kandidaten te vinden voor de faculteitsraad. Dat lijkt niet op een versterkte medezeggenschap. Het faculteitsbestuur reageert daarop dat dit punt op de bestuursagenda ging over de opleidingscommissies (OC’s). Het faculteitsbestuur zegt toe om het functioneren van de medezeggenschap apart te agenderen.

OERen

Ook de facultaire teksten van de OER (Onderwijs- en Examen Regeling) stonden op de agenda. Daarbij is het belangrijk om op te merken dat de raad alleen instemmingsrecht heeft op de facultaire tekst en niet op de, al door de Universiteitsraad vastgestelde, universiteitsbrede tekst. Juist in die al vastgestelde tekst stond een wijziging waar de raad over viel. De definitie van contacturen heeft een uitbreiding gekregen: ‘gestructureerde uren die door de opleiding zijn geprogrammeerd en die worden gekenmerkt door contact tussen studenten onderling, virtueel of reëel en/of virtueel contact met docenten’.

De raad vroeg of het faculteitsbestuur het wenselijk vindt dat onderling contact tussen studenten ook meetelt als contacturen. Vicedecaan Peter Schrijver zei daarop dat het FB niet van plan is om ‘ophokuren’ in te gaan voeren. Hij kan zich niet voorstellen dat er contacturen zonder docent geroosterd worden, tenzij er innovatieve initiatieven zijn die gesteund worden door de OC van de betreffende opleiding. ‘In principe zijn contacturen tussen docent en studenten,’ voegde hij toe.

Internationalisering

Tot slot stond voor de eerste keer dit jaar een door de raad geschreven notitie op de agenda. Dit is een product van de nieuwe commissie Raadsprioriteiten. De notitie over internationalisering draaide de rollen van de FR en het FB als het ware om: de raad brengt een stuk in en het bestuur reageert daarop.

In de notitie wordt een aantal aanbevelingen gedaan, die voortkomen uit enquêtes onder en groepsgesprekken met internationale docenten en studenten. Belangrijke aanbevelingen zijn het aanbieden van taallessen voor student en staf, cursussen international classroom en bevorderen van cohesie tussen Nederlandse en buitenlandse studenten.

Vicedecaan Ted Sanders vindt de aanbevelingen die de Raad doet interessant en positief, maar hij heeft wat opmerkingen over het proces. Er lopen al verschillende projecten en deze notitie komt daar een beetje tussendoor. Zo gaat de afdeling Nederlands mogelijk een pakket Nederlandse Taal en Cultuur aanbieden aan internationale docenten. Dat ligt nu bij het College van Bestuur. Ook lopen er andere zaken, waar hij nog weinig over kan zeggen. Hij raadt aan om in het vervolg de timing van een notitie beter af te stemmen, maar het onderwerp internationalisering is nu goed aangekaart door de faculteitsraad. De commissie Raadsprioriteiten gaat zelf ook nog evalueren, voordat volgend jaar de nieuwe raadscommissies gevormd worden.