Faculteitsraad Geesteswetenschappen

Nieuws

Raadsvergadering 2 november: ethische toetscommissie goed idee, maar nadere uitwerking nodig

Door: Andrea van Leerdam (personeelsgeleding) 

In de faculteitsraadsvergadering van 2 november ging een belangrijk deel van de discussie met het faculteitsbestuur (FB) over de instelling van een facultaire commissie die onderzoeksvoorstellen vooraf aan een ethische toets onderwerpt. De bedoeling is dat deze facultaire ethische toetscommissie (FETC) – naar het voorbeeld van de toetscommissie die al bestaat voor Linguïstiek – per 1 januari 2019 alle onderzoeksvoorstellen gaat toetsen waarbij deelnemers zijn betrokken (proefpersonen, respondenten etc.). De raad vindt het een goede zaak dat er zo’n commissie komt voor de gehele faculteit, maar plaatste nog grote vraagtekens bij de reikwijdte en de implicaties van het voorgelegde plan. Andere onderwerpen die in deze vergadering aan bod kwamen, waren onder meer de facultaire financiën, medezeggenschap binnen de departementen, een petitie van de opleidingscommissie Nederlandse taal en cultuur, en studieplanning van studenten met een functiebeperking.

Ethische toetsing “het nieuwe normaal”

Decaan Keimpe Algra noemde ethisch toetsen van onderzoek “het nieuwe normaal”. Niet alleen subsidiegevers vereisen dit steeds vaker voor onderzoek waar personen en persoonsgegevens bij betrokken zijn, ook in de nieuwe gedragscode wetenschappelijke integriteit is er nadrukkelijk aandacht voor. Het gaat om zogenoemd ‘mensgebonden’ onderzoek, bijvoorbeeld met proefpersonen, vragenlijsten, stemopnames en in het bijzonder ook met big data. Het is daarom begrijpelijk dat faculteiten vooraf willen kunnen toetsen of in deze onderzoeken zorgvuldig wordt omgegaan met deelnemers en hun persoonsgegevens. De ethische toetscommissie voor taalkundig onderzoek bestaat sinds 2014 en recent zijn er onder andere bij REBO en Geowetenschappen vergelijkbare commissies ingesteld.

Hoewel de faculteitsraad het belang van een faculteitsbrede ethische toetscommissie onderschrijft, riep het plan dat in deze vergadering ter instemming voorlag bij ons nog veel vragen op. Krijgt de commissie een adviesrol of is hun goedkeuring vereist om überhaupt een subsidieaanvraag te mogen indienen? Gaat de commissie alleen onderzoeksvoorstellen voor externe financiers toetsen of al het onderzoek? En hoe zit het met onderzoek door studenten, bijvoorbeeld in cursussen over onderzoeksmethoden en in scripties en stages? Wat betekent dit alles voor de planning van individuele onderzoekers in aanvraagrondes met toch al krappe deadlines? Op wat voor termijn kan de commissie een voorstel beoordelen, hoeveel werk zal dit zijn op facultaire schaal? Krijgen de commissieleden hier DCU’s of fte’s voor? Uit het plan en de schriftelijke toelichting daarop van het bestuur had de raad nog geen helder beeld gekregen van de hoeveelheid werk die de instelling van deze nieuwe commissie met zich meebrengt – niet alleen voor de commissieleden zelf en voor de ondersteuning van de commissie, maar ook voor andere betrokkenen.

Gefaseerde invoering van ethisch toetsen: eerst onderzoek, dan onderwijs

Het FB lichtte toe dat toetsing in principe verplicht wordt voor al het onderzoek (ongeacht uit welke geldstroom), maar niet voor alle afzonderlijke output die uit dat onderzoek voortkomt. Dat de doorlooptijd bij subsidieaanvragen iets langer wordt is volgens het FB onvermijdelijk, maar de ervaring bij Linguïstiek leert dat dit meevalt omdat er met een vast format snel en efficiënt gewerkt kan worden (2-3 weken doorlooptijd). Vooralsnog zal de nieuwe facultaire commissie naast de bestaande commissie van Linguïstiek te werk gaan en good practices overnemen, maar uiteindelijk is de wens om één commissie voor de hele faculteit te hebben. Het onderzoek van studenten was nog niet in het plan opgenomen, maar het FB stelde dat ook dit door de commissie getoetst moet worden. Dat maakt het des te belangrijker dat de commissie snel en gestandaardiseerd kan werken. In het plan is geen (DCU-)vergoeding opgenomen voor de commissieleden omdat het FB eerst wil aanzien hoeveel tijd het werkelijk kost. De decaan benadrukte dat hij dit nauw zal monitoren; in principe wordt er na een jaar geëvalueerd, maar als het echt te druk blijkt zullen er eerder concrete afspraken over compensatie worden gemaakt.

Uit deze toelichting van het FB maakte de raad op dat de impact van de commissie veel groter is dan het plan suggereert. Invoering per 1 januari 2019 lijkt ons moeilijk haalbaar en we vinden het uit het oogpunt van werkdruk niet acceptabel dat de commissieleden deze nieuwe klus in eerste instantie ‘erbij’ moeten doen zonder vergoeding. Om te besluiten of we wel of niet konden instemmen met het voorliggende plan, was een schorsing van zo’n 10 minuten nodig.

Na de schorsing stelde de raad dat we instemmen met het feit dat er een facultaire commissie komt, maar dat we in de vergadering van december een uitgewerkter plan willen zien waar we opnieuw instemmingsrecht op hebben. Het bestuur ging daarmee akkoord, en stelde bovendien voor om de invoering te faseren. In de volgende vergadering zullen we dus een bijgesteld plan ter instemming bespreken dat alleen gaat over onderzoek, en dat per 1 januari van start zou moeten gaan. Op een later moment in dit academisch jaar legt het bestuur dan een uitwerking voor van het deel dat over onderzoek in het onderwijs (scripties etc.) gaat.

Financiën: stijging loonkosten, nieuw soort aanstellingen tijdelijk docenten

Er stonden in deze vergadering nog tal van andere onderwerpen op de agenda. Bij de kwartaalrapportage over Q3 vroeg de raad of de faculteit een compensatie krijgt voor de stijging van de loonkosten, die het gevolg zijn van de loonsverhoging in de cao. Het bestuur antwoordde dat deze extra kosten grotendeels worden betaald uit universitair budget, ook in de komende jaren. Ze drukken daarom maar voor een klein deel op de facultaire begroting.

Ook spraken we over het deze maand gepresenteerde universitaire uitgangspunt dat nieuwe junior docenten vanaf 2019 een aanstelling voor 4 jaar krijgen voor minimaal 0.7 fte, waarvan 10% ontwikkeltijd. Het streven is dat 80% van de junior docenten een aanstelling van dit type krijgt. Dit plan versterkt de positie en carrièreperspectieven voor jonge docenten, maar het bestuur legde uit waarom het plan in principe ook drastische financiële en organisatorische consequenties heeft voor onze faculteit. De kosten zouden namelijk enkele tonnen bedragen, en met name bij kleine opleidingen is het vrijwel onmogelijk om langdurige aanstellingen met een omvang van 0.7 fte te creëren. Daarom overlegt het FB nu met de departementsbesturen welke mogelijkheden zij zien, en daarna volgt overleg met het College van Bestuur.

Departementale medezeggenschap

De faculteitsraad stemde in met het faculteitsreglement 2018-2019, dat enkele kleine wijzigingen ten opzichte van vorig jaar bevatte. Wel wil de raad dit jaar het gesprek verder voeren over medezeggenschap op departementsniveau, waar het reglement nu niets over vermeldt. Steeds meer financiële en beleidsmatige beslissingen worden immers binnen de departementen genomen, terwijl er op dat niveau geen formele medezeggenschap bestaat. Met de invoering van districtscommissies is een eerste stap gezet om meer inspraak binnen de departementen te organiseren, maar omdat zij geen formele status hebben komen ze niet in het faculteitsreglement voor. De raad wil dat de rol van de districtscommissies explicieter erkend wordt.

Petitie OC Nederlandse taal en cultuur

Eind oktober heeft de studentgeleding van de opleidingscommissie Nederlandse taal en cultuur een petitie gestuurd naar het departementsbestuur van TLC, het faculteitsbestuur en de faculteitsraad. De opstellers constateren dat het na het schrappen van de laatste Nederlandstalige literaire minor (Literatuur en levensbeschouwing) niet meer mogelijk is om een volledig programma op hoog niveau over Nederlandse literatuur te volgen in het Nederlands – studenten die zich op Nederlandse literatuur willen richten moeten onvermijdelijk ook Engelstalige vakken volgen, en de studentgeleding van de OC wil dat het departement dit herziet. De petitie is al ruim 200 keer ondertekend. Het faculteitsbestuur zei in de raadsvergadering dat het TLC-bestuur eerst in gesprek gaat met de opstellers van de petitie, en daarna het FB op de hoogte stelt. Het FB benadrukte de kwestie heel serieus te nemen.

Maatwerk voor studenten met een functiebeperking

In de rondvraag vroeg de studentgeleding of het mogelijk zou zijn ten behoeve van studenten met een functiebeperking, voor wie een goede planning van groot belang kan zijn, de studiehandleidingen al minstens een een maand voor de aanvang van het blok beschikbaar te stellen. Het bestuur antwoordde daarop dat dat in de praktijk van het onderwijs niet haalbaar is. Hij stelde dat voor studenten met een functiebeperking altijd maatwerk mogelijk is, en dat zij via de studieadviseur met de cursuscoördinator kunnen overleggen over de planning van een cursus.

 

Veel van de besproken onderwerpen krijgen een vervolg in de volgende raadsvergadering op 14 december.