Verslag raadsvergadering 16 september 2022

Op 16 september kwam de Faculteitsraad voor de eerste keer in dit nieuwe collegejaar samen, met deels gewisselde formatie. De begroting 2023 werd besproken en is door de raad ingestemd. Deze begroting laat zien dat de faculteit een stabiele financiële situatie bereikt heeft, maar dat er helaas nog geen ruimte is voor grootschalige investering om de werkdruk permanent te verlichten. Ook werd de net afgeronde masterevaluatie besproken. De Raad is tevreden over de uitkomsten van de evaluatie, en stelde een aantal kritische vragen over delen hiervan.

Begroting 2023: stabiele situatie, voorzichtig positieve vooruitzichten

Als belangrijkste punt voor deze septembervergadering stond traditiegetrouw de begroting voor het komende kalenderjaar op de agenda. De Faculteitsraad (FR) heeft ingestemd met de begroting op hoofdlijnen, omdat de financiële situatie van onze faculteit verbeterd is ten opzichte van een aantal jaar terug en nu stabiel is. De baten en lasten zijn met elkaar in balans en dat lijkt voor de komende jaren ook zo te blijven. Helaas is er niet genoeg financiële ruimte, voor zover nu te overzien valt, om grote werkdruk-verlichtende maatregelen door te voeren. Hopelijk, echter, bieden recente investeringen als de impulsmiddelen – nieuwe UU-middelen voor onderzoekers – ook werkdrukverlichting.

Er werd een aantal financiële issues besproken. Allereerst vroeg de raad naar de stand van zaken van de zogenaamde sectorplan-middelen, een extra budget uit de koker van het ministerie van OCW bestemd voor universitair onderzoek. Pas later in het najaar van 2022 krijgen we meer zekerheid over de omvang van dit budget en de eventuele restricties voor besteding. De Raad vroeg daarnaast hoe de huidige hoge energiekosten effect hebben op de begroting voor 2023. Het Faculteitsbestuur (FB) gaf aan dat de hogere energiekosten door de universiteit als geheel betaald worden en niet per faculteit. Daarom heeft dit geen directe gevolgen voor de huisvestingsbegroting van onze faculteit. Wel worden een aantal onderhoudsprojecten versneld uitgevoerd en start binnenkort een bewustwordingscampagne voor medewerkers en studenten om te helpen bij het besparen van energie. Ook vroeg de Raad naar de verworven onderzoeksgelden die momenteel enigszins achterlopen op de huidige begroting van 2022. Volgens het FB is dat verschil een logisch gevolg van fluctuatie per kwartaal. Dit betekent dat onze onderzoekers helaas niet op hun lauweren kunnen rusten met aanvragen, aangezien de onderzoeksmiddelen niet vanzelfsprekend binnenkomen.

Masterevaluatie: instroomcijfers en rendementen verhogen, zorg over instroom internationale studenten

Bij de masterevaluatie van afgelopen jaar werd niet enkel naar de inhoud van het masterprogramma gekeken, maar ook naar de vraag of een programma voldoende studenten trok om zichzelf financieel stabiel te houden. Met de evaluatie is besloten dat alle masterprogramma’s in stand blijven. Eventuele wijzigingen in het curriculum zullen gericht zijn op de aantrekkelijkheid van de master om de instroom te verhogen, of om de rendementen te verbeteren. De specifieke plannen per master zullen binnen de lokale medezeggenschap – de opleidingscommissies – besproken worden. De Faculteitsraad gaf aan tevreden te zijn met de uitkomsten van deze evaluatie, maar maakt zich zorgen over de werkdruk die proces met zich meenam, gezien het plan bestaat deze evaluatie elke vier jaar te herhalen. Het Faculteitsbestuur stelde dat departementen, met de invoering van het nieuwe teaching load model vorig jaar, de mogelijkheid hebben om hiervoor extra tijd (DCU’s) beschikbaar te maken voor mastercoördinatoren.

Naar aanleiding van deze masterevaluatie ontstond discussie over de instroom van internationale studenten aan onze faculteit. De FR stelde dat het niet verantwoordelijk zou zijn om de instroom van internationale studenten in masters te verhogen, als tegelijkertijd er een groot huisvestingsprobleem bestaat voor deze studenten. Het FB verduidelijkte dat deze evaluatie niet direct als beoogd resultaat heeft dat er meer internationale studenten komen. Het beoogde publiek verschilt per master, maar bestaat voor een groot deel uit studenten die op dit moment al in Nederland studeren. Tijdens deze discussie kwam ook ter sprake dat de Universiteit van Amsterdam op dit moment een pilot uitvoert om te kijken naar de juridische mogelijkheden om de instroom van internationale studenten te beperken. Het FB gaf aan geïnteresseerd te zijn in de uitkomsten van deze pilot, maar stelde dat een dergelijke beperking nog niet aan de orde is bij onze faculteit. Zeker omdat het relatieve aantal internationale studenten in Utrecht vele malen lager is dan bijvoorbeeld in Amsterdam, Groningen of Maastricht. De FR was het daarmee eens, maar is ook benieuwd naar de resultaten van deze pilot.

Werkplezier: tijdelijke contracten ongewijzigd en regeling Alleen Werken van kracht

Ook vroeg de Faculteitsraad het Faculteitsbestuur om een reactie op een rechtszaak die afgelopen zomer speelde. Een oud-collega van de faculteit Sociale Wetenschappen had de UU voor de rechter gedaagd, omdat zijn tijdelijke contract afliep terwijl de werkzaamheden die hij uitvoerde volgens hem structureel zijn. Dat is geen goed werkgeverschap. De rechter heeft deze zaak afgewezen omdat de docent in kwestie bij een eerdere tijdelijke verlenging al aan de bel had moeten trekken. Helaas betekende dit dat de fundamentele vraag – zijn tijdelijke contracten toegestaan bij structurele onderwijswerkzaamheden – niet besproken is in de rechtszaal. Op grond van deze uitspraak gaf het FB aan haar aanpak niet te wijzigen. Het Bestuur blijft bij het eerder uitgesproken standpunt dat het aantal tijdelijke contracten op onze faculteit moet worden teruggebracht. De FR is, samen met de Universiteitsraad, van mening dat een verandering in het personeelsbeleid nodig is om de positie van medewerkers met tijdelijke contracten te verbeteren.

Als laatste werd stilgestaan bij de Alleen Werken regeling, een UU-brede nieuwe regeling bedoeld om onveilige situaties op kantoor te voorkomen. Hierdoor zijn de sluitingstijden van veel kantoorpanden in de binnenstad vervroegd tot 19:00, met grote gevolgen voor medewerkers (zij kunnen niet meer naar hun bureau toe als ze tot 19:00 college moeten geven, terwijl onderwijs in de avonduren steeds vaker voorkomt) en studieverenigingen (wiens avondactiviteiten in het gedrang komen). Hoewel de FR aangaf te begrijpen dat de veiligheid van alle medewerkers en studenten gegarandeerd moet worden, stelde de Raad dat nu het werkplezier en studieplezier hieronder moeten lijden, wat onwenselijk is. De FR betreurde het ook dat enige vormen van maatwerk in de praktijk niet mogelijk zijn. Ook het FB gaf aan ongelukkig te zijn met deze regeling. Het FB heeft de zorgen doorgegeven aan het College van Bestuur die de regeling dit najaar wil evalueren.