Verslag raadsvergadering: bezuinigingen

Door: Merel Sweers (studentgeleding)

De week waarin de faculteitsraad volop in de aandacht stond door de jaarlijkse verkiezingen werd niet alleen afgesloten met de uitslag van deze verkiezingen, maar ook met een raadsvergadering die vooral in het teken stond van de bezuinigingen waar de faculteit mee kampt. Met een stemopkomst van 21,6% bij studenten en 24,1% bij personeel (hoger dan voorgaande jaren!) zijn de 12 nieuwe studentleden en 2 nieuwe personeelsleden verkozen door hun achterban. Een aantal daarvan waren aanwezig bij de raadsvergadering om na de intensieve campagneweek ook vast mee te kijken en luisteren wat nu onderwerp van gesprek is in de faculteitsraad. Het agendapunt waar we het deze vrijdagmiddag vooral over gehad hebben zal hoogstwaarschijnlijk volgend jaar ook nog een belangrijk punt van aandacht zijn: de bezuinigingen.

Bezuinigingsplannen van de departementen

Zoals in het verslag van de vorige raadsvergadering van 23 maart beschreven is, heeft het faculteitsbestuur ervoor gekozen om, naast een tweetal faculteitsbrede bezuinigingsmaatregelen, het grootste deel van de bezuinigingsopdracht in de handen van de departementsbesturen te leggen. Dit was overigens ook de wens van de departementsbesturen zelf. Zij hebben inmiddels plannen gemaakt en deze, bij gebrek aan een officiële medezeggenschapslaag op departementaal niveau, voorgelegd aan de desbetreffende opleidingscommissies (OC’s). Ook wij als faculteitsraad hebben de contouren van de bezuinigingsplannen in kunnen zien.

In de weken voorafgaand aan de raadsvergadering is er hier en daar rumoer ontstaan binnen de faculteit. Sommige OC’s laten van zich horen en zijn het niet eens met de bezuinigingen. In reactie op een brief geschreven door OC’s aan het faculteitsbestuur waarin de onvrede wordt geuit, heeft het faculteitsbestuur in de verkiezingsweek een bijeenkomst georganiseerd voor OC’s. Wellicht was de toelichting van het faculteitsbestuur daar zo duidelijk dat de onrust verholpen is: er waren namelijk geen OC-leden aanwezig bij de raadsvergadering om het vervolg van de discussie mee te krijgen.

Wat als OC’s niet instemmen?

Er zijn twee soorten protest te onderscheiden: er zijn OC’s die het niet eens zijn met de voorgestelde bezuinigingsmaatregelen binnen hun departement of opleiding, en er zijn OC’s die het principieel niet eens zijn met het feit dat er bezuinigd moet worden. Sinds de verandering in de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW) hebben de OC’s een sterkere medezeggenschapspositie en moeten zij vanaf volgend jaar instemmen met de Onderwijs- en Examenregeling (OER). Sommige OC’s dreigen nu om niet in te stemmen met de OER, omdat ze het om welke reden dan ook, principieel of inhoudelijk, niet eens zijn met de bezuinigingen. In de raadsvergadering benadrukte de decaan meermaals dat het niet instemmen van de OER door een OC niet betekent dat de hele bezuinigingsoperatie van tafel gaat. Ook werd duidelijk dat er, vanwege de recente verandering in de wet, nog geen vaststaand protocol bestaat over wat er zou gebeuren als er niet wordt ingestemd. Waarschijnlijk zullen departementsbesturen in gesprek gaan met de niet instemmende OC om te kijken waar het probleem zit in specifieke bezuinigingsmaatregelen die het onderwijsprogramma direct raken, en in overleg proberen de problemen op te lossen. In de raadsvergadering werd duidelijk dat alleen om principiële redenen niet instemmen eigenlijk weinig zin heeft: de bezuinigingen moeten hoe dan ook gerealiseerd worden. Het faculteitsbestuur benadrukte echter ook dat een meedenkende blik van de OC’s op de voorgestelde maatregelen voor hun opleiding wel heel belangrijk is.

Kritische vragen over de communicatie

Tot zo ver de aanloop naar de raadsvergadering en de praktische kant van het verhaal. Waar er in de agenda voor de raadsvergadering een half uur voor dit agendapunt stond gepland, hadden wij als faculteitsraad zo veel vragen aan het bestuur dat we daar ruim twee keer zo veel tijd aan hebben besteed. Zo hebben we kritische vraagtekens gezet bij de communicatie vanuit de faculteit naar het personeel én studenten. Het faculteitsbestuur heeft ons beloofd dat het een aandachtspunt zal worden en blijven om er in de toekomst beter op toe te zien dat departementsbesturen bij decentralisering van beleid op een goede en toereikende manier hun achterban informeren. Er bleek dat hier nu verschil in heeft gezeten tussen de departementen, wat wellicht heeft bijgedragen aan het rumoer dat is ontstaan. Ook hebben we, niet voor de eerste keer, stil gestaan bij de werkdruk van docenten en hebben we onze zorgen geuit over het (mogelijke) kwaliteitsverlies van het onderwijs en keuzemogelijkheden voor studenten door de bezuinigingen.

Concluderend stelde een faculteitsraadslid dat wij als raad de algemene contouren van het beleid van het faculteitsbestuur steunen, maar dat het ook onze rol is om de zorgen vanuit de facultaire gemeenschap ter sprake te brengen. De decaan antwoordde dat alle zorgen uiteraard zeer serieus genomen worden. Als OC’s bij specifieke maatregelen vraagtekens plaatsen, zal daarnaar gekeken worden, maar het zal dus niet zo zijn dat de bezuinigingen als totaalpakket van tafel geveegd kunnen worden.

Samenwerking versterken

Voor ons, en onze net verkozen opvolgers, ligt de uitdaging om samenwerking in de medezeggenschap en de zeggenschap binnen de faculteit als geheel te blijven versterken. Het onderwerp zal de komende tijd op de agenda blijven staan. Niet alleen bij de faculteitsraad, maar ook bij de departementsbesturen, opleidingscommissies, en het faculteitsbestuur. Samen zullen we moeten blijven strijden voor een goede onderwijskwaliteit, ook in deze vervelende tijden van bezuinigingen. Want daar kunnen we het over eens zijn: geen van de genoemde partijen vindt het leuk om te bezuinigen. Leuker kunnen we het nu helaas niet maken, maar binnen het hele proces moeten we er samen het beste van zien te maken.