Nieuws
Raadsvergadering 28 juni: conceptbegroting, kwaliteitsafspraken en kwaliteitszorg promovendi
Door Jan van Rijnbach
We zijn alweer aangekomen bij het einde van het academisch jaar, met op 28 juni de laatste FR-vergadering van het jaar. Traditioneel staat hier de conceptbegroting op de agenda. Zeker het afgelopen jaar was op het gebied van financiën net iets anders dan anders. Deze keer niet vanwege bezuinigingen, maar vanwege het vertrek van onze financieel directeur Rob Grift. Frank Jan van Dijk, tijdelijk ingevlogen vanuit de Sociale Wetenschappen, heeft op het huis gepast. Vanaf 1 september 2019 zal Miranda Jansen het stokje overnemen.
Eerst waren er verscheidene mededelingen vanuit het FB (faculteitsbestuur).
- Decaan Keimpe Algra kon melden dat de de onderzoeksvisitaties enorm goed waren verlopen aan onze faculteit en het bestuur verwacht in september een schriftelijke reactie te delen met de raad. Goed nieuws dus!
- Onze vice-decaan Peter Schrijver had de mededeling dat de semesterregeling – een herindeling van het jaarrooster – voorlopig van de baan is (zie ook dit bericht op intranet). Er zijn het afgelopen jaar veel nuttige gesprekken over gevoerd, maar het blijkt vooralsnog niet realistisch en wenselijk om de semesterregeling over de gehele universiteit te implementeren.
- Ten slotte nog een bericht over een heet hangijzer van afgelopen jaar: de facultair ethische toetsingscommissie. Er zijn nog geen richtlijnen klaar voor de toetsing van onderzoek binnen het onderwijs (scripties e.d.), en het FB wacht daarom met het voorleggen van een besluit. Naar verwachting komt dit plan in het begin van 2019-2020.
Conceptbegroting
De conceptbegroting is natuurlijk één van de belangrijkste momenten van het jaar. In dit stuk wordt een plan voorgelegd over het financiële plaatje van het komend academisch jaar, waarbij de faculteitsraad kritisch kijkt naar de visie en fluctuaties. Hierbij geeft de raad suggesties en vraagt om verduidelijking, opdat de definitieve begroting – welke op september 2019 ter instemming langskomt – strookt met de wensen van de raad en diens achterban. Zoals in het vorige raadsverslag genoemd is: de raad let scherp op kansen en risico’s. Studentlid Katelijn Verweij voerde voornamelijk het woord namens de commissie Financiën en Huisvesting. Er blijkt ten minste zeven ton extra beschikbaar te zijn, als gevolg van bijstellingen in de Voorjaarsnota van het kabinet. Frank Jan meldde dat dit geld beschikbaar gesteld wordt om de inverdienopdracht van de departementen te verlichten, tot verheuging van de raad. Keimpe dempte de vreugde, omdat de langetermijnvisie ook afhangt van een nieuw bekostigingsmodel voor onderzoek en van hoe de adviezen van de commissie Van Rijn in de praktijk uitpakken. Het bestuur vermeldt erbij dat de departementen zelf volledige vrijheid houden – binnen afgesproken richtlijnen – over hun reserves.
Hierop volgend vroeg Katelijn door over de richtlijnen van deze reserves. Onze faculteit kent namelijk vier departementen met elk eigen departementale reserves. Sommige departementen doen het financieel beter dan andere, wat in tijden van bezuinigingen vragen oproept over de solidariteit tussen de departementen. Keimpe reageerde dat er voor het College van Bestuur, het bestuur van de universiteit, geen departementale reserves bestaan omdat het CvB alleen naar het faculteitsbrede totaalbeeld kijkt. Ook dient goed financieel beleid gestimuleerd te worden en het FB is daarom huiverig in het verplaatsen van departementale reserves. Ten slotte had de raad kritiek op het herhalend conservatief begroten, waar er nu juist licht aan de horizon is. Het FB reageerde dat we zodoende juist tegenvallers op kunnen vangen en wijst erop dat het financieel nog alle kanten op kan.
Monitoring Kwaliteitsafspraken
Ook werd er gesproken over het monitoren van de kwaliteitsafspraken. De faculteitsraad van Geesteswetenschappen heeft het afgelopen jaar veel werk gezet wat betreft de voorgestelde plannen van de kwaliteitsafspraken, en we hebben zodoende anderhalf miljoen (!) kunnen reserveren voor onze faculteit. Voorzitter van het CvB, Anton Pijpers, sprak eerder al zijn lof uit over hoe we als raad hebben gehandeld om deze gelden op de juiste plek te krijgen. We moeten echter niet vergeten dat deze gelden voor de kwaliteit van het onderwijs bedoeld zijn; dit is geld dat teruggegeven wordt aan de studenten. Het mag niet zo zijn dat dit geld gebruikt wordt om elders gaten te dichten op de begroting. Zodoende heeft het faculteitsbestuur (in overleg met de onderwijsdirecteuren) besloten dat de faculteit zal afzien van kwantitatieve monitoring, maar vooral de nadruk wil leggen op kwalitatieve monitoring. Met alle betrokken partijen zijn veel gesprekken gevoerd over welke effecten we wensen te zien; in de reguliere kwaliteitsmonitoring zal worden nagegaan of deze gewenste effecten behaald zijn. Deze notitie komt later komend jaar als globale notitie terug.
Kwaliteitszorgplan promovendi
Afgelopen jaar zijn er zorgen geuit over het welzijn van onze promovendi. Het is een landelijk probleem onder promovendi: psychisch welzijn. Bij de universiteitsraad werden al de nodige stappen gezet om dit probleem onder de aandacht te brengen. Het resultaat is een aangepast facultair kwaliteitszorgplan voor onze promovendi. In het algemeen werd dit goed ontvangen in de raad. Het plan zit goed in elkaar en beschrijft de rechten en plichten van promovendi helder. De raad miste in het plan echter een beschrijving vanwat er gebeurt alspromovendi niet binnen 4 jaar klaar zijn: wat zijn dan hun rechten en plichten? Het FB benadrukte dat de focus in het plan op tijdig promoveren niet is ingegeven door rendementsdenken; het is simpelweg fijn voor alle partijen om binnen de afgesproken tijd klaar te zijn. Vice-decaan Ted Sanders benoemde dat het vooral zaak is dat er individuele afspraken worden gemaakt in geval van uitloop. De raad verzocht om dat op deze manier in het plan te vermelden; het maken van individuele afspraken is immers ook een vorm van kwaliteitszorg.
De raad merkte ook op dat de verantwoordelijkheid voor de inschrijving bij MyPHD zou moeten liggen bij de begeleider in plaats van bij de promovendus. Daarnaast waren er zorgen over de begeleiding wat betreft het onderwijsgedeelte. Raadsleden hebben gesproken met promovendi, en er bleek grote vraag te zijn naar een senior of mentor. Het FB reageerde dat de promovendi al in een team werken met ervaren docenten en zodoende hier al de nodige begeleiding uit zouden moeten halen. Echter is er nog geen tijd of geld beschikbaar voor een senior om extra begeleiding of feedback als taak op zich te nemen; de raad benadrukt nogmaals dat hier wel degelijk vraag naar is.
Met inachtneming van de uitgesproken zorgen stemde de raad in met het plan.
Verder besproken:
- Eindrapportage Internationalisering: De raad vindt de rapportage in de vorm van een infographic creatief, maar sommige van de visualisaties zijn misleidend. Afgezien daarvan wil de raad graag weten wat de visie van het bestuur is op internationalisering. Is internationalisering een doel an sich? Ted benadrukte dat dit niet zo is. Er moet per opleiding gekeken worden of dit de kwaliteit ten goede komt en of het überhaupt mogelijk is, in welke mate en op welke landen er dan gefocust moet worden. Geschiedenis en Nederlands werden bij uitstek genoemd als opleidingen waar er veel kansen gezien worden. Op verzoek van de raad zal het faculteitsbestuur ook uitzoeken hoe het zit met het studierendement van internationale studenten, want ook daarover gaf de infographic geen informatie.
- Voertaal stukken medezeggenschap: De raad zou graag meer stukken vertaald zien. Dit betekent niet dat de medezeggenschap zelf in het Engels dient te zijn, het Nederlands blijft de uitgangspositie. Wel zouden documenten zoals overdrachtsdocumenten van opleidingscommissies, NSE-analyses, kwaliteitszorgplan en de notulen van raadsvergaderingen vertaald moeten worden. Het FB reageert dat het kwaliteitszorgplan vertaald gaat worden, maar weigert om de notulen te vertalen. Dit zou namelijk een ‘slippery slope’ zijn om door te slaan in het vertalen van stukken.
Wat verder ter tafel kwam:
- De raad uit haar zorgen over het feit dat assessoren soms niet betrokken worden bij de besluiten van departementsbesturen. Het FB vindt dit zorgelijk en gaat hier gelijk mee aan de slag. Studentassessor Renée Karsten zegt dat zij geen problemen ondervindt bij de samenwerking met het FB.
- Studentleden van OC’s schijnen onvoldoende op de hoogte gehouden te worden van de voortgang van de kwaliteitsafspraken. Hier komt na de zomer een instructie voor vanuit het FB.
- Er wordt een Fonds op Naam opgericht bij Geesteswetenschappen, in samenwerking met het Ufonds . De departementen zorgen voor een beginbedrag en de departementshoofden vormen de commissie die bepaalt welke internationale studenten in aanmerking komen voor een beurs uit dit fonds.
- Stand van zaken Educate-IT: de raad stelt dat de inzet van digitale middelen in het onderwijs niet als doel an sich voorgesteld moet worden; vakdidactiek moet leidend zijn. Het FB meldt dat het gezien moet worden als ‘digitale middelen ter ondersteuning van het onderwijs’.
De vergadering wordt afgesloten met dankwoorden van allen die volgend jaar uit de raad zullen gaan. Ook Imar en Katelijn benadrukken als voorzitters van de personeelsgeleding en studentgeleding de fijne samenwerking, waarbij er het afgelopen jaar bij onze faculteit met grote toewijding en werklust gewerkt is aan een instituut waar we trots op mogen zijn. De faculteitsraad Geesteswetenschappen wenst u allen een prettig zomerreces en tot 13 september!
Voor vragen: studentengeleding.gw@uu.nl (ook voor personeel)