HUMANITIES OF UTRECHT
HUMANITIES OF UTRECHT: LEO LENTZ
Leo Lentz (67) is dit jaar al meer dan 30 jaar in dienst van de universiteit en is dan ook met recht een veteraan van de Universiteit Utrecht te noemen. Al enkele jaren werkt hij niet meer fulltime voor onze onderwijsinstelling – hij is nu onder andere parttime opa, begeleider van promovendi, fervent lezer en beginnend beoefenaar van Aikido, een Japanse vechtsport – toch is hij ook na zijn pensioen actief gebleven bij de universiteit. De afgelopen zes jaar was hij dat onder andere als onafhankelijk voorzitter van de Faculteitsraad van Geesteswetenschappen. Dit jaar loopt zijn tweede termijn echter af en stopt hij ook met het invullen van die positie. Reden te meer voor ons om als studenten van de faculteitsraad Leo eens op te zoeken en te horen over zijn verleden, zijn 30 jaar durende carrière bij- en zijn beeld van de Universiteit Utrecht.
Leo’s universitaire carrière begon, voordat hij elders ging werken, zo’n 40 jaar geleden ook al bij de Universiteit Utrecht. Die eerste kennismaking verliep echter niet geheel vlekkeloos. De studie Nederlands, waar hij zijn kandidaats-doctoraal wilde afronden, beviel Leo om verschillende redenen niet zo goed. Hij besloot dan ook na enkele jaren in Utrecht direct door te gaan naar Amsterdam, waar hij afstudeerde op Taal & Communicatie/Taalbeheersing. Lang bleef hij ook hier niet hangen. Leo was principieel dienstweigeraar en moest in ruil voor zijn vrijstelling ander ‘maatschappelijk nuttig werk’ verrichten. Als gevolg daarvan kwam hij terecht bij Stichting Leerplanontwikkeling in Enschede, waar hij werkte aan een innovatieproject voor het basisonderwijs in Amsterdam. Na 10 jaar daar gewerkt te hebben en de dienstplicht achter zich gelaten te hebben, besloot Leo het nog eens bij de Universiteit Utrecht te wagen, de stad waar hij ook al die tijd nog woonde. Tijdens zijn sollicitatie in Utrecht ontmoette hij fijne mensen. Met hen had hij goede gesprekken en al snel besloot hij, ondanks zijn eerdere ervaringen, toch aan de Universiteit Utrecht te gaan werken. Ditmaal overigens niet geheel ontevreden, want die laatste carrièreswitch bleek uiteindelijk in een dienstverband van meer dan 30 jaar te eindigen. In die 30 jaar veranderde er veel binnen de universiteit. Van een plaats waar veel onenigheid, ruzie en soms bijna oorlogsachtige-situaties binnen departementen plaatsvonden transformeerde de universiteit in een democratischere en prettigere instelling. Leo scheef zijn proefschrift bij de opleiding Nederlands, ging er aan de slag als onderzoeker en docent en werd later ook hoogleraar.
Die 30 jaar aan de Universiteit Utrecht heeft Leo altijd doorgebracht bij de faculteit Geesteswetenschappen. Een faculteit die volgens Leo van groot maatschappelijk belang is: “in elke maatschappij speelt cultuur een grote rol. Cultuur definieert én maakt elke samenleving tot wat ze is. De Geesteswetenschappen doen daar onderzoek naar en daarmee helpen we mee te denken over de vraag wie wij zijn en waar we vandaan komen. Dat zijn onmisbare vragen.” Daarnaast haalt Leo de wereldwijde samensmelting van landen aan als gebied waar de geesteswetenschappen een grote rol spelen. Meer dan ooit zijn samenlevingen meertalig en zijn er grotere verbanden als een Europese Unie en Verenigde Naties waar men verschillende talen speekt maar elkaar toch moet begrijpen. De Geesteswetenschappen dragen daar actief aan bij door onder andere nieuwe generaties op te leiden die op een hoog niveau talen begrijpen. Leo is van mening dat zijn eigen onderzoek ook altijd maatschappelijk relevant was. Zowel zijn research naar leerplannen, maar ook dat naar medische bijsluiters, formulieren, websites van gemeentes of financiële documenten rondom pensioen en hypotheek hebben een duidelijke verbinding met de maatschappij en zorgen ervoor dat iedereen kan meedoen.
Kenmerkend voor Leo is dat hij altijd een beetje tegen de gebaande paden in is gegaan. Was het niet tijdens de dienstplicht, dan wel door van Utrecht, waar weinig medezeggenschap was, naar Amsterdam te gaan waar studenten de dienst uitmaakten, of door later actief te worden in de medezeggenschap. Maar ook Leo’s onderzoek stond vaak in het teken van verbetering of verandering. Zijn huidige positie, als onafhankelijk voorzitter van de faculteitsraad, komt dan ook deels voort uit zijn verwondering dat er in Utrecht niet zoveel aandacht was voor medezeggenschap en deels uit het feit dat wanneer deze er was, ze niet zo serieus werd genomen. In Amsterdam had hij gezien en geleerd dat je de universiteit samen maakt, niet in achterkamertjes, maar op de werkvloer en met docenten en studenten samen. Toen Leo terugkwam naar Utrecht was hij deze manier van werken zo gewend dat het niet meer dan logisch was dan dat hij zich ook hier zou inzetten voor medezeggenschap.
Dat belangrijke “zeggen wat je overal van vindt, je overal mee bemoeien, proberen dingen beter te maken, dat is de laatste jaren wel lastiger geworden” aldus Leo. Steeds meer is vastgelegd in bijvoorbeeld protocollen, schema’s en strategische plannen. Zie daar nog maar eens iets aan te veranderen. Desondanks is er volgens Leo, zeker als het bestuur daar welwillend tegenover staat, nog veel te bereiken op het gebied van beleid. Door bijvoorbeeld plaats te nemen in een opleidingscommissie of faculteitsraad kan je nog best het een en ander (bij)sturen. Bijzondere momenten in Leo’s medezeggenschaps-carrière waren onder andere het ontstaan van nieuwe opleidingen zoals Politcs, Philosophy and Economics maar ook juist het afstoten van opleidingen, zoals Portugees. Ook de eerste internationale student in de raad was bijzonder. Leo benadrukt dat wanneer het even ‘saai’ is in de raad, dit helemaal niet erg is: “juist de niet-spannende periodes zijn cruciaal, want dan kan je vaak concluderen dat het bestuur goed doet wat de raad wil. Dan houdt men rekening met elkaar. Narigheid en problemen betekenen vaak dat de raad of een bestuur niet goed functioneren.”
Leo is, zo stelt hij zelf, na al die jaren ‘in balans’ en wil ons zo terugkijkend op zijn universitaire geschiedenis op het hart drukken dat hij heel veel waardering heeft voor studenten die hun nek uitsteken. Studenten die zich op welke manier dan ook inzetten in de medezeggenschap en zich op lastige dossiers zoals huisvestiging en financiën werpen; Leo neemt daar zijn petje voor af. Tegelijkertijd hoopt hij ook dat zijn collega’s de weg naar de raad en medezeggenschap blijven weten te vinden, juist wanneer daar steeds minder tijd en mogelijkheden in hun takenpakket voor te vinden zijn. “Een bestuur van een faculteit heeft tegenspraak nodig, functioneert het beste wanneer het een weerwoord krijgt. Het is heel goed dat er een raad tegenover een bestuur zit die oplet en meedenkt. Gelukkig is er bij Geesteswetenschappen al jaren een bestuur dat dit niet als een last maar als een vruchtbare noodzaak ziet.”
HUMANITIES OF UTRECHT:
Interview: Wessel van Wijngaarden
Fotografie: Willem Vos