Faculteitsraad Geesteswetenschappen

HUMANITIES OF UTRECHT

HUMANITIES OF UTRECHT: Martha Frederiks

Met ingang van collegejaar 2020/2021 zal er,—naast een nieuwe onafhankelijk voorzitter van de faculteitsraad—, nog een ander nieuw gezicht zijn: Peter Schrijver, die de afgelopen jaren de functie van vice-decaan bachelor onderwijs vervulde, wordt departementshoofd van het departement Taal, Literatuur en Communicatie, en zijn plaats als vice-decaan wordt ingevuld door hoogleraar Martha Frederiks. Wessel van de faculteitsraad ging (digitaal) bij haar langs om kennis te maken en te praten over haar carrière en visie op de faculteit.

Alhoewel haar Nederlandse woonsituatie anders suggereert, heeft Martha Frederiks,—geboren in Putten en tegenwoordig woonachtig aan (letterlijk) de overzijde van de hei in Ermelo—veel van de wereld gezien. Zo studeerde ze na haar universitaire opleiding een jaar in de Verenigde Staten (Hartford CT), waar ze als bijbaantje geestelijk verzorger in een academisch ziekenhuis was en daar onder andere slecht-nieuwsgesprekken voerde en met de familie van dodelijke slachtoffers sprak over orgaandonatie. Ook woonde ze tussen 1993 en 1999 in Gambia (West Afrika). Vanuit Gambia werkte ze voor een Afrika-breed project dat zich inzet voor begrip en goede relaties tussen christenen en moslims . Haar affiniteit met hoger onderwijs werd hier al zichtbaar: samen met collega’s ontwikkelde ze in West Afrika een onderwijsprogramma op het gebied van Islam en Christen-Moslim relaties, gelieerd aan de Universiteit van Birmingham (UK). Na 6 jaar droeg ze haar taken voor het project over een lokale collega en keerde terug naar Nederland, maar Afrika is altijd bijzonder en belangrijk voor haar gebleven en nog steeds de focus van haar onderzoek.

Lang voordat Martha de wereld over trok, begon haar wetenschappelijke carrière in Utrecht. Ze studeerde theologie aan de Universiteit van Utrecht , met als hoofdvak religiewetenschappen (Islam). Daarnaast volgde ze ook onderwijs bij de opleiding Arabische Taal en Cultuur, omdat ze vond dat kennis van het Arabisch essentieel is voor het begrijpen van de Koran en de Islamitische traditie. Na haar opleiding aan de Universiteit Utrecht wilde ze dominee worden en volgde ze de kerkelijke opleiding van de Nederlands Hervormde Kerk. Tot dominee in Nederland schopte ze het echter nooit; het werd Banjul, The Gambia.

Na haar periode in West Afrika werd ze uitgenodigd om als AIO te komen werken voor een interuniversitair-instituut dat zowel in Utrecht als Leiden actief was en dat in 2005 onderdeel werd van de Faculteit Godgeleerdheid (die in 2008 met de Faculteit Letteren en de Faculteit Wijsbegeerte fuseerde tot de Faculteit Geesteswetenschappen). Naast de Utrechtse binnenstad kent ze het Utrecht Science Park hierdoor goed, omdat haar eerste werkkamer zich bevond op de 13de verdieping van het Van Unnikgebouw. Tijdens haar promotieonderzoek over de geschiedenis van het Christendom in Gambia gaf ze door langdurige ziekte van haar promotor, ook veel onderwijs; dat zorgde ervoor dat ze uiteindelijk mocht blijven werken aan de universiteit.

Binnen de universiteit is Martha al jarenlang bestuurlijk actief: ze was onder andere voorzitter van de faculteitsraad Geesteswetenschappen (2011-2013), en was zeven jaar lang departemenshoofd van het departement Filosofie en Religie. Martha’s ervaring op bestuurlijk gebied zowel binnen de faculteitsraad als in de functie van departementshoofd én haar enorme passie voor onderwijs maken haar de juiste persoon voor de functie van vice-decaan bachelor onderwijs. Een taak waar ze enorm naar uitkijkt. Als ik haar vraag naar haar plannen of punten die ze specifiek wil realiseren, stelt ze dat ze die eigenlijk niet heeft. De reden daarvoor is haar visie op bestuur . Ze zegt: “Besturen doe je samen. Het gaat er niet om wat ik wil, maar dat ik mensen de juiste faciliteiten kan bieden om te realiseren wat ze willen bereiken”. Enkele aandachtspunten heeft ze wel voor zichzelf opgesteld. Zo wil ze zowel voor studenten als voor medewerkers van de universiteit een omgeving creëren waarbij iedereen enerzijds gestimuleerd wordt om het maximale uit zichzelf en zijn of haar passie te halen, maar wel met de nodige aandacht voor werkdruk en geestelijk welzijn anderzijds. Passie en enthousiasme voor onderwijs of een bepaald vakgebied zijn prachtig, maar kunnen ook tegen je gaan werken als het om werkdruk gaat, zo stelt ze. Ook vindt ze het van groot belang dat het brede palet aan opleidingen en onderzoek zoals dat nu het geval is binnen de faculteit Geesteswetenschappen in Utrecht behouden blijft. Ze ziet ook in dat dit lastig kan worden in de toekomst, daar onder andere financiering steeds meer onder druk komt te staan, maar ze is overtuigd dat,—naast inter- en multidisciplinair onderzoek—, ook disciplinair onderzoek en onderwijs van zeer groot belang is. Een ander aandachtspunt voor de komende jaren hangt samen met Martha’s enthousiasme op het gebied van onderwijsinnovatie. De afgelopen periode is (voornamelijk noodgedwongen door Corona) op het gebied van digitalisering en onderwijs al heel veel gebeurd; en dat heeft niet alleen tot vreugde geleid. Maar ook los van deze ontwikkelingen, vindt Martha vormen van blended learning van belang, vanuit didactisch oogpunt. Universitair onderwijs gaat volgens haar niet alleen om kennisoverdracht, maar juist ook om de vorming van mensen en persoonlijkheden. Ze vraagt zich in haar eigen onderwijs continu af hoe je studenten op allerlei verschillende manieren het beste in dat leer- en vormingsproces kunt betrekken en hen ook kunt enthousiasmeren. Hierin ziet zij een grote rol weggelegd voor nieuwe vormen van onderwijs zoals video- of kennisclips en bijvoorbeeld andere vormen van feedback. In Utrecht is daar gelukkig Educate-It, die dit stimuleert en faciliteert, en dat maakt dat Martha in haar eigen onderwijs bijvoorbeeld studenten met succes oude en ingewikkelde primaire bronteksten laat analyseren met behulp van hedendaagse videoclips.

Wanneer ik Martha vraag naar haar ideeën over de medezeggenschap dan komt ter sprake dat zij de medezeggenschap goed heeft leren kennen tijdens haar jaren als onafhankelijk voorzitter van de faculteitsraad. In die periode heeft ze ook gezien wat de medezeggenschap betekent voor een bestuur: “Het is altijd belangrijk om mensen mee te nemen in besluitvorming en beleid; op die manier creëer je simpelweg meer draagvlak. Maar daarnaast is de medezeggenschap ook en voornamelijk van belang omdat je als bestuurder nu eenmaal niet alles kunt weten. De medezeggenschap betekent dat je structureel hebt georganiseerd dat allerlei mensen, met een veelheid van perspectieven en achtergronden (studenten en medewerkers), betrokken zijn bij het proces van beleidsontwikkeling, kwaliteitsbewaking en besluitvorming. Zeker binnen een grote en brede faculteit als Geesteswetenschappen in Utrecht is het essentieel medezeggenschap te hebben die permanent en constructief die veelheid aan perspectieven kan verwoorden. Al die verschillende perspectieven en meningen zijn van belang; de faculteit zijn en maken we immers samen!” Martha stelt daarnaast ook dat ze altijd zeer onder de indruk is geweest van de medezeggenschap op andere niveaus dan de faculteitsraad. Zo heeft ze onder andere goede ervaringen met departementsassessoren die haar als departementshoofd altijd wisten te prikkelen met professionele en interessante visies op allerhande vraagstukken. Ook opleidingscommissies zijn wat haar betreft onmisbaar.

Wanneer we wat meer inzoomen op de kern van de faculteit dan komt in ons gesprek naar voren dat Martha het onbegrijpelijk vindt wanneer mensen de maatschappelijke relevantie van Geesteswetenschappen niet zien, of daar aan twijfelen. Volgens haar draait het hele leven namelijk om identiteit, relaties, wie we (willen) zijn als gemeenschap en individu, en dat is precies wat de Geesteswetenschappen, in alle breedte, bestuderen. Het is niet mogelijk om, zo stelt ze, het heden te begrijpen en te begrijpen wie wij zijn zonder kennis te hebben van het verleden: “Je stapt niet blanco het leven en de maatschappij in, je bent gevormd door de geschiedenis. Die geschiedenis maakt ons tot wie we zijn en creëert daarmee onze cultuur en die geschiedenis, cultuur vormt ons als mensen ook weer. Om te kunnen begrijpen hoe een cultuur en maatschappij werkt en om te snappen waarom mensen reageren en beslissen zoals ze doen, heb je de Geesteswetenschappen simpelweg hard nodig”.

Martha benadrukt aan het einde van ons gesprek meermaals enorm veel zin te hebben in haar nieuwe uitdaging en er naar uit te kijken samen met de rest van de faculteit stappen te zetten en te doen dat nodig is. Immers, zo stelt ze, de faculteit Geesteswetenschappen is gewoon enorm inspirerend: “Uiten wie we als mensen zijn, de grote levensvragen proberen te begrijpen, dat is wat we binnen de faculteit Geesteswetenschappen bestuderen. Van taal tot cultuur en van filosofie tot geschiedenis en kunstmatige intelligentie. Het gaat niet enkel om de ratio, maar ook om persoonlijkheden, zingeving, drijfveren, emoties. Allerlei componenten van de menselijke identiteit zijn van groot belang binnen de Geesteswetenschappen en dat maakt ons tot een prachtige, inspirerende en diverse faculteit!”.

HUMANITIES OF UTRECHT

Interview & vormgeving: Wessel van Wijngaarden
Fotografie: Eigen collectie Martha Frederiks