Faculteitsraad Geesteswetenschappen

Nieuws

Raadsvergadering 12 mei 2021: Nog geen besluit over nieuw Verdeelmodel Onderzoek

Door: Maarten van Houte

Nieuw Verdeelmodel Onderzoek

Één van de belangrijkste stukken voor deze raadsvergadering was het voorstel voor een nieuw Verdeelmodel Onderzoek, dat vanaf september 2022 de zgn. ‘onderzoeksdynamisering’ moet gaan vervangen. De Raad heeft instemmingsrecht op dit voorstel en zou hierover bij de vergadering een besluit nemen. Het FB vroeg enkele dagen voor de vergadering echter of het stuk van de agenda gehaald kon worden, omdat het adequaat en niet overhaast wil reageren op de vele vragen en kritische reacties van zowel de FR als de achterban, met name waar het gaat over de keuzes over de inzet van de extra middelen vanuit het NPO (Nationaal Programma Onderwijs).* De FR kon zich hier goed in vinden en wil de extra tijd die er nu is gebruiken om verder mee te denken over een voorstel dat voor alle medewerkers inzichtelijk en acceptabel is. Het FB is overigens wel van mening dat het voorstel in de huidige vorm grotendeels goed en compleet is. Wordt vervolgd bij de raadsvergadering van 25 juni!

*Deze NPO-middelen (dit jaar 3,5 miljoen) zijn ook apart besproken: ze worden in ieder geval de komende 5 tot 6 jaar beschikbaar gesteld en waarschijnlijk structureel. Over de verdeling ervan zal dus nog verder worden gesproken, maar in eerste instantie worden ze ingezet om (a) het opgebouwde tekort van de faculteit aan te vullen en (b) meer vaste UDs aan te stellen (en dus minder tijdelijke).

Genderstreefcijferplan

N.a.v. een verzoek van de EDI-commissie (Equality, Diversity & Inclusion) heeft het FB een genderstreefcijferplan voor GW opgesteld. Hierin staan (a) de facultaire streefcijfers (gebaseerd op de UU-streefcijfers) m.b.t. de benoeming en doorgroei van vrouwelijke wetenschappers op hogere posities en (b) een overzicht van middelen en maatregelen die het daadwerkelijk bereiken van deze streefcijfers mogelijk maken. Nu heeft GW de UU-streefcijfers voor 2025 reeds gerealiseerd, en het FB wil dan ook hoger inzetten en stelt in dit plan als doel om eind 2024 de vrouw-manverhouding 50-50 te laten zijn voor UHDs, UDs, Faculteits- en Departementsbesturen (en 40-60 voor hoogleraren).

Na overleg met de FR over de term ‘gender’ (die in het plan binair gebruikt wordt), is een belangrijke voetnoot toegevoegd: “In de notitie UU genderstreefcijfers wordt een nauwe stipulatie van de term “gender” gehanteerd, als refererend aan de man/vrouw-verdeling, en niet aan genderidentiteiten in bredere zin. Vanwege de aansluiting bij UU-beleid hanteren we in dit stuk deze nauwe definitie, maar als Faculteit Geesteswetenschappen zijn we ons ervan bewust dat een inclusief genderdiversiteitsbeleid zich hiertoe niet kan beperken. In de facultaire commissie EDI is dit onderwerp van gesprek.” Daarnaast gaf het FB aan in gesprek te willen blijven met FR over dit onderwerp, waarna de FR heeft ingestemd met het plan.

Brief over onderzoek naar wangedrag

Er is bij deze vergadering ook uitvoerig gesproken over een brief vanuit de studentengeleding van de FR, die, mede op basis van een eigen verkennend onderzoek namens de werkgroep Studentenwelzijn, aandacht vraagt voor beter inzicht in en aanpak van (seksueel) wangedrag binnen de faculteit GW.

De brief stelt als belangrijkste probleempunt dat er binnen GW een gebrek aan zicht op (seksueel) wangedrag is en adviseert het FB om, in samenwerking met de faculteitsraad, (a) een uitgebreid en onafhankelijk onderzoek in te stellen betreffende (seksueel) wangedrag op de faculteit, en (b) een vrijblijvend meldpunt wordt opgezet waar iedereen, eventueel anoniem, een melding kan maken over (seksueel) wangedrag.

Het FB was dankbaar voor deze brief en erkende de urgentie van aandacht voor deze problematiek, in het kader waarvan het zelf onlangs de notitie ‘Organisatiecultuur en verantwoordelijkheid’ heeft opgesteld. In reactie op de brief erkende het FB de noodzaak van (a) een onderzoek naar de aard en omvang van de problematiek en (b) een laagdrempelige meld- en klachtenprocedure, maar stelt dat facultair beleid hier binnen de kaders van universitair beleid moet vallen, en doet het volgende voorstel. Wat (a) betreft: vanwege de benodigde zorgvuldigheid en onafhankelijkheid zou een dergelijk onderzoek niet door het FB zelf moeten worden uitgevoerd en niet alleen op facultair niveau, maar door een externe partner en UU-breed, met een nadruk op studentenwelzijn (a.h.w. als pendant van de Medewerkersmonitor). Over (b): er komt een integrale interne monitoring door het FB van ongewenst gedrag, via de bestaande kanalen (o.a. klachtencoördinatoren, vertrouwenspersonen, ow-evaluatie, ow-gesprek, studieadviseurs) en via een nieuw in te richten anoniem meldpunt (waarbij ‘anoniem’ betekent dat de identiteit van de melder alleen bij het meldpunt zelf bekend is).

Het voor dit voorstel door het FB gewenste juridische kader van het CvB zou voor de zomer gereed moeten zijn, waarna het FB kort na de zomer met dit voorstel verder wil. De FR was tevreden met deze planning en houdt deze belangrijke kwestie natuurlijk hoog op de agenda.