Faculteitsraad Geesteswetenschappen

Nieuws

Faculteitsraad Geesteswetenschappen 30 juni 2017: een terugblik.

Het was volle bak, 30 juni jongstleden in de altijd toch al zo warme Sweelinckzaal. Tijdens de laatste vergadering van de faculteitsraad van 2016-2017 was ook de vrijwel complete studentgeleding van volgend jaar present om kennis te maken met de gang van zaken en met het actuele debat. Zij zullen twee van de onderwerpen die aan de orde kwamen volgend jaar zeker terug zien, namelijk de begroting en het rapport van de commissie werkdruk.

Begroting 2018: geen zware zorgen maar ook geen optimisme

In de eerste vergadering van 2017-2018 zal de faculteitsraad de definitieve begroting voor 2018 ter instemming voorgelegd krijgen. Die instemming komt er waarschijnlijk wel. Althans, in de kadernota voor de begroting die we nu bespraken zijn geen punten die te veel vragen opriepen, al is het algemene beeld niet bepaald florissant.

De faculteit gaat de komende drie jaar met enkele miljoenen per jaar interen op de reserves, ondanks de opdracht aan de departementen om nog meer extern geld te werven voor onderzoek, en ondanks kleine maatregelen zoals een korting van twintig procent op het materieel krediet voor medewerkers. Daags voor de vergadering werd bekend dat de faculteit anderhalve ton krijgt als compensatie voor de verlaging van het studiepunttarief. Dat bedrag was nog niet doorberekend, maar zal weinig aan het tekort kunnen veranderen.

Die kleine meevaller bracht wel enige ruimte in de discussie over de plotse afschaffing van de subsidie voor Geestdrift. Er komt alsnog een gesprek tussen het faculteitsbestuur en de redactie om alternatieve mogelijkheden te verkennen.

Rapport Commissie Werkdruk: Grip op druk

Het uitvoerigste stuk op de agenda was het rapport van de Commissie Werkdruk. Dat wil een antwoord geven op de jarenlange dringende klachten over de werkdruk onder de medewerkers van de faculteit. De commissie bestond uit vertegenwoordigers van alle geledingen van de faculteit en heeft in allerlei richtingen onderzoek gedaan.

Het resultaat is een reeks van 75 voorstellen om de werkdruk te verminderen. Sommige daarvan, zoals een verkorting van het academische jaar, liggen niet binnen de bevoegdheid van de faculteit. Maar ze zullen nooit gerealiseerd worden als we er niet naar vragen: Waarom hebben wij eigenlijk het langste academische jaar ter wereld? Veel andere voorstellen kunnen lokaal wel gerealiseerd worden, door het faculteitsbestuur, departementsbesturen of individuele medewerkers. Zo blijkt het rapport nu al in verschillende opleidingen effect gehad te hebben door nog maar eens aan te geven dat we in een blok van tien weken niet meer dan zeven weken onderwijs hoeven te verzorgen.

De studentgeleding vroeg uiteraard aandacht voor de kwaliteit van het onderwijs, die met het uitvoeren van sommige voorstellen in het geding zou kunnen komen. Vermindering van het aantal contacturen of het aantal opdrachten is niet in alle gevallen ondenkbaar, maar, zo onderstreepten ze, dat moet steeds zeer zorgvuldig gebeuren, alleen in specifieke gevallen en in overleg met de studenten.

De 75 voorstellen zijn gebundeld in een top-tien van prioriteiten. De faculteitsraad zal die volgend jaar agenderen in de achtereenvolgende faculteitsraadvergaderingen. Zo houden we een jaar lang zicht op de uitvoering ervan, los van wat het faculteitsbestuur en de departementsbesturen er verder mee gaan doen.

Achterbancommissies

Werkdruk zal ongetwijfeld ook een onderwerp gaan zijn in de nieuwe overlegstructuur op het niveau van de departementen. Over de instelling van een vorm van medezeggenschap binnen de departementen wordt al lange tijd gesproken, vooral omdat de departementsbesturen steeds meer ruimte krijgen voor eigen beleid. In de vergadering werd een voorstel besproken (en omarmd) dat in 2017-2018 uitgevoerd zou moeten kunnen worden.

In dat voorstel wordt een overlegstructuur beschreven die zo veel mogelijk in de buurt blijft bij de wettelijke bepalingen over medezeggenschap. De Wet op het Hoger Onderwijs staat namelijk geen departementsdemocratie toe. Daarom zijn er nu commissies voorgesteld die gevormd worden rond de leden van de faculteitsraad, die immers wel formele medezeggenschap hebben. Het is de bedoeling dat er in september voor ieder departement zo’n commissie komt, plus een voor het ondersteunend personeel. In die commissies zitten naast raadsleden vertegenwoordigers uit het departement of uit de ketens (voor het OBP). Het worden daarmee dus echte achterbancommissies.

De faculteitsraad 2016-2017 (2017-2018): proactief agenderen en uitvoeren

De instelling van deze achterbancommissies hoort bij de roep om versterking van de medezeggenschap die vooral door Rethink en De Nieuwe Universiteit momentum heeft gekregen. Aangevuurd door de kritische gedachten van raadslid Ido de Haan, die helaas volgend jaar verplichtingen elders heeft, heeft de raad dit jaar een eigen agenda geformuleerd, de vergadercyclus aangepast, het bewustzijn geactiveerd dat in de faculteitsraadsveragderingen het faculteitsbestuur bij de raad op bezoek is (en niet andersom), en allerlei initiatieven genomen. Niet langer is uitsluitend de agenda van het bestuur leidend in wat de raad doet.

Naast het rapport van de Commissie Werkdruk zijn er nog allerlei grotere en kleinere resultaten waarop de raad met enige tevredenheid terugkijkt. De studentgeleding heeft een notitie geschreven over feedback, die net als het werkdrukrapport nu al her en der weerklank heeft gevonden en komend jaar tot concrete voorstellen zal gaan leiden. Dat geldt ook voor de notitie over de nijpende positie van tijdelijke docenten die door de personeelsgeleding is gepresenteerd. Voor de daarin geformuleerde wens om ook deze groep onderzoekstijd te geven is de voorlopig geen geld, maar het faculteitsbestuur heeft toegezegd komend jaar beleid te gaan ontwikkelen om meer tijdelijke docenten een vaste aanstelling te geven, met een beetje onderzoekstijd.

Verder is de faculteitsraad actief betrokken geweest bij het beleid rond zaken als internationalisering, diversiteit en duurzaamheid, en werden op vele momenten suggesties vanuit de raad door het bestuur overgenomen. Zo begint er volgend jaar een pilot met het anoniem nakijken van tentamens, dank zij een suggestie daarvoor van een van de studentleden.

Het faculteitsbestuur heeft afgelopen jaar moeten wennen aan de meer proactieve opstelling van de raad, maar er is respect over en weer, met het bewustzijn van verschil in belangen. Medezeggenschap is immers niet bedoeld als oppositie, maar als mede-zeggen, dus als gemeenschappelijkheid in verantwoordelijkheden. Resultaten uit het verleden zijn geen garantie voor de toekomst, maar met de ervaringen van 2016-2017 moet de raad van komend jaar in staat zijn de medezeggenschap opnieuw effectief vorm te geven. We mogen er op vertrouwen dat in september, als we elkaar in de allicht nog steeds zomers warme Sweelinckzaal terugzien, er opnieuw een jaaragenda ligt voor een daadkrachtig vergaderjaar.

 

Annemieke Hoogenboom